In No category

Gedurende het verenigingsjaar 2013-2014 zijn er diverse columns geschreven door het Dagelijkse Bestuur van toen. Lees hier beneden alle columns terug:

19 juni 2013 - Ghyslaine Krebbekx

Bestuurscolumn van Ghyslaine Krebbekx

Ik hou van de winter. Begrijp me niet verkeerd, ik ben ook dolbij als het zomer is. In de zon zitten, ’s avonds een terrasje pakken en me vol stoppen met ijsjes. Natuurlijk vloek ik ook op de kou en de treinen die niet rijden in de winter, maar toch heeft dit seizoen iets speciaals. Ik hou van de kleding, de mutsen en de sjaals, warme dekens en geurkaarsjes. Maar het allermooiste van de winter vind ik de feestdagen.

Allereerst is er Sinterklaas. Hartstikke gezellig, met surprises, gedichten, dobbelspelletjes en heel veel kruidnoten. Ik geef toe dat het ook wel wat van je vergt. Een surprise knutselen en dat verrekte gedicht in elkaar draaien. En aangezien ik veel te competitief ben, zijn die dobbelspelletjes ook niet altijd heel leuk. Dus als die kruidnoten mijn neus uit komen, ben ik blij dat de Sint op de stoomboot weer naar Spanje is vertrokken.

Want dat betekent dat kerst er aan komt en als ik ergens blij van word, is het wel kerst. Het begint al als alle lichtjes in de winkelstraten weer tevoorschijn komen. Hoe meer lichtjes hoe beter, denkt het kleine meisje in mij dan. En zodra Sinterklaas is afgelopen, weet ik: de kerstboom wordt opgetuigd. Ik zorg dan dat ik sowieso thuis ben dat weekend, want de kerstboom optuigen is mijn taak. Kerstmuts op, kerstradio aan en ik ben in mijn element. Uit traditie gaat eerst de zilveren babykerstbal erin, die ik nu al 21 jaar heb en ondertussen totaal vloekt bij de rode en oranje kerstballen, maar dat maakt niet uit. Niemand mag in de buurt komen, totdat alles op zijn plek hangt. Vervolgens komen de cadeautjes tevoorschijn, die achter het kerststalletje onder de boom komen te liggen en waarvan ik steevast weet dat er een nieuwe pyjama voor mij onder ligt. En dan is het aftellen naar kerst begonnen. Als het dan zover is, de cadeautjes zijn uitgepakt, ik lig in mijn gloednieuwe pyjama in bed, met nog twee dagen met eten, lichtjes en geurkaarsen voor me kan ik alleen maar denken: Merry Christmas! Ik hoop dat jullie er net zoveel van genieten als ik!

– Ghyslaine Krebbekx, commissaris Externe Betrekkingen Studievereniging Flow 2013-2014

29 mei 2013 - Femke de Bruijn

Alles kan kapot

Lang geleden, op een zonnige dag, was het dan zo ver: de dag van de waarheid… de dag van de bevreesde ALV. Met zwetende handjes en een zekere angst in onze ogen stonden we daar dan, wachtend op instemmende handjes die hopelijk de lucht in gingen. Een akelige gedachte raasde door mijn hoofd: maar er is nog niks mis gegaan… Gezien dit me te mooi leek om waar te zijn, schoten de zenuwen door me heen. Gelukkig bleek niets minder waar en werd ik samen met vier mooie Flow’ers het bestuur van 2014-2015. De (ietwat beschonken) avond die volgde, was het begin van een druk, maar geweldig jaar. Me volledig inzetten voor Flow, een vereniging vol mooie mensen, dat werd dit jaar mijn missie! Een missie met vallen en opstaan wel te verstaan, maar iedereen maakt wel eens een foutje. Dat ik een gave heb voor het maken van kleine ‘ongelukjes’ zal niet als een shock komen. Toch kijk ik, drie fietsen later, tevreden terug.

Naast dat we dit jaar elk cantusterrein weer overmeesterden met ons blauwe leger, waarbij ik het steeds weer presteerde om nog voor het eerste liedje ofwel mezelf ofwel een van onze leden te overspoelen met gerstenat, hebben we ook weer aardig wat van de wereld gezien. Zo zijn we afgereisd naar het exotische Lissabon, het decadente Lille en het idyllische Drenthe. Ook ben ik meerdere malen in het uitzonderlijke Roosendaal geweest. Hier vond namelijk een van onze bedrijfsbezoeken plaats. Een bofkont dat ik ben, mocht ik de volgende dag terug naar deze mooie bestemming, omdat we helaas een telfout hadden gemaakt en één van onze Flowkindjes waren vergeten op onze tocht naar de trein: de geliefde Flowcamera, met daarop hoogstaand beeldmateriaal van de Sintercantus en het Combifeest. Ook de Combifeesten waren dit jaar weer Epic! (ja ja mensen, lachen mag) Dat de tickets gratis voor ons werden gedrukt, was weer een gelukje, gezien het aantal kaartjes wat ik heb laten zwemmen in de koffie. Ik wil niet zeuren, maar degene die ooit bedacht heeft dat dranken vloeibaar zijn, die mag ik niet. Wel hebben al dit soort praktijken gek genoeg een bepaalde vorm van medelijden opgeroepen onder jullie lieve, begane Flow’ers. Aan onvoorziene Manfred, waar zo af en toe een 5 centje in werd gegooid wanneer ik weer eens ‘mijn week niet had’, heb ik gelukkig veel steun en troost gehad. Zo kon ik me met jullie hulp net een kaartje voor het Dante gala veroorloven. So sweet… Helaas was zijn inhoud echter niet genoeg voor de auto, fiets en Flowdrive die ik in de maand mei heb weten te trashen. Gelukkig leven we in een wereld met mogelijkheden, en zo ook een met verzekeringsmaatschappijen. Want zoals ik al zei, iedereen maakt wel eens een foutje…

PS. Dat dit jaar ten einde loopt, betekent alleen maar het begin van weer een heel mooi nieuw jaar, waarin vast weer genoeg noemenswaardige dingen gebeuren. Zelf ga ik mijn semi-Flowhuis verlaten, met enige pijn in mijn hart. De enige troost is dat ik verhuis naar een (nieuw!) Flowhuis, want waar anders kan ik me thuis voelen, dan tussen die gekke Flow’ers ;-).

Liefs,

Femke de Bruijn, commissaris externe betrekkingen 2014-2015

27 mei 2013 - Wout Spierts

Bestuurcolumn van Wout Spierts

De maand van het rijmen is bijna weer aangebroken. De maand waarin het voor je gevoel eeuwig lijkt te duren tot de stufi op je rekening wordt gestort. De maand van iets aan elkaar geven: een groot cadeau of, heel simpel, iets extra’s voor iemand doen. Maar voordat we teveel met de kerstgedachte bezig zijn komt eerst Sinterklaas nog altijd even langs voor een bezoek.

Hierover gesproken, doet me dit terug denken aan de mooie Citytrip naar Brugge. Zoals een aantal enthousiaste Flower’s (waaronder ikzelf) niet is ontgaan, kwam Sinterklaas op de zondag in Brugge aan. Als kleine kinderen stonden we vooraan, want waar was Sinterklaas dan? Waar in Nederland altijd het grote boek zoek is, de Sint de staf niet vindt of de boot kapot is, zo was in Brugge Sinterklaas geheel casual op tijd en was alles in orde. Of toch niet? Sinterklaas was Amerigo vergeten leek het wel, dus concludeerden we dat in België Sinterklaas te voet de daken op gaat, wat natuurlijk ook veel veiliger is. Zoals gezegd stonden wij als enthousiaste Flower’s dus vooraan, heel braaf liedjes te zingen. Dit wekte (waarschijnlijk mede door onze leeftijd) de aandacht op, want we troefden die Belgische kindjes maar mooi even af met onze muzikaliteit. Toch leek de Sint onze liedjes niet te horen. En dat vonden wij jammer, heel erg jammer. Daarom ben ik, als trouwe Sinterklaasvolger, ook heel erg blij dat wij als Flow een nieuwe kans krijgen. Binnenkort gaan we namelijk met heel veel Flow’ers liedjes voor hem zingen op een van de meest legendarische avonden van het jaar: de Sintercantus. En daarom kan ik deze column eigenlijk alleen maar eindigen met: Hé Sint, ga eens bier halen!

– Wout Spierts, penningmeester Studievereniging Flow 2013-2014

2 mei 2013 - Ghyslaine Krebbekx

Animatiefilms: altijd goed!

Toen ik zag dat er aan mij werd gevraagd om de bestuurscolumn te schrijven over waarom animatiefilms zo leuk zijn dacht ik: ja, dit is nou mijn onderwerp. Maar toen ik echt ging nadenken wáárom ik animatiefilms zo leuk vind, vond ik het toch best moeilijk. Gelukkig heb ik er wel een aantal redenen uit weten te halen en die zijn als volgt:

1. Het verhaal
Nee, denk nou niet dat animatiefilms zo’n bijster goed verhaal hebben. Juist niet. Maar niks is heerlijker dan een hersenloos verhaal op te zetten na een drukke week te hebben gehad. Ikzelf kan er dan helemaal in opgaan en laat dan inderdaad hier en daar een traantje vallen, om daarna een blij gevoel te hebben als de aftiteling op het scherm verschijnt. Dat brengt me ook bij mijn volgende punt:

2. De goede afloop
Kijkers (alleen kijkers, niet ook lezers) van Game of Thrones ‘know that feel’: je weet niet wat er komen gaat, wie er elk moment zonder hoofd of hand door moet. Spannend natuurlijk, dat weet ik. Maar: elke animatiefilm heeft een goed einde, hoe diep dat dieptepunt tijdens de film ook is. Af en toe ook wel fijn, weten waar je aan toe bent. En zeg nou zelf: iedereen vindt het toch leuk als kleine Nemo weer bij zijn vader is, of als Shrek en Ezel beide gelukkig getrouwd zijn?! Tijd voor puntje nummer 3:

3. It’s so fluffy!
Niet alles is fluffy, maar ik vind vrijwel alles in animatiefilms schattig. Ik bedoel maar: Happy Feet, Finding Nemo, Up (tranen met tuiten trouwens) en natuurlijk: Despicable Me! Uitleg? Nee dat kan ik niet geven, ik vind het schattig. Punt. Last but not least, nummer 4:

4. De mini-movies
Geloof het of niet, maar veel animatiefilms hebben nog mini-movies naast de daadwerkelijke film. Zie het als een soort extraatje. Voor het schrijven van deze column heb ik het filmpje ‘Grooving with Ken’ gekeken. Juist ja, die uit Toy Story. Verder is mijn standaard SOG en BOG (lees: bestuursontwijkend gedrag, soms maak ik me daar een half uurtje schuldig aan) zulke filmpjes kijken. Zo heb ik het liedje Banana van de Minions mijzelf helemaal eigen gemaakt en kan ik een ander minion filmpje bijna meepraten. Je moet er maar zin in hebben zou je zeggen, gelukkig heb ik dat ook!

Begrijp me niet verkeerd, ik ben sowieso een groot fan van vrijwel elk soort film en een goede film kan ik altijd waarderen. Maar, soms is het even leuk om niet te veel te hoeven nadenken en een leuke en grappige film te kijken. Daarom hou ik het nu voor gezien en schuif ik Shrek 4 in de DVD-speler. Genieten van Shrek’s baby’s terwijl hij dat in deze film zelf niet kan. Gelukkig loopt het goed af hè?

– Ghyslaine Krebbekx

27 april 2013 - Pieter Winnemuller

Bestuurscolumn van Pieter Winnemuller

Waarde leden,

De eerste twee maanden van het collegejaar zitten er bijna op. Voor de één geldt dit als een periode van rust, misschien zelfs vakantie. Voor de ander betekent dit dat er weer even kortstondig geblokt mag worden. Ja ja, het is weer zover: de midterms komen eraan. Oeps, verschoning: de eerste tentamens van het jaar. Ik liep afgelopen week door gebouw Dante, waar ik een menigte eerstejaars voor hun pc zag zitten. Volgens mij is men er ieder jaar weer opnieuw van overtuigd dat dat verrekte paper vanzelf wel in APA stijl gaat staan, als je er maar lang genoeg naar tuurt. Mocht je eerstejaars zijn en dit lezen: maak je niet druk, iedereen hoopt ieder jaar weer over deze superkrachten te beschikken. Ik heb voor de gelegenheid van deze column mijn eigen agenda er eens bij gepakt, uit de goeie ouwe tijd dat ikzelf nog ‘sjaars’ was. Ik bekeek mijn planning voor deze week, twee jaar geleden, en kon ineens weer meeleven met de feutjes van dit jaar. In rode inkt schreeuwde mijn agenda zaken als ‘TENTAMEN’, ‘DEADLINE, VÓÓR 17:00!’ en ‘FEEDBACK INLEVEREN!’. Je zou toch bijna vergeten dat dit de leukste tijd van je leven is.

Wel zag ik nog een klein krabbeltje staan, ergens verstopt in een hoekje: ‘uitgaan’ met een vraagteken ernaast. Ik had medelijden met mezelf: die eerstejaars die opstaat met Microsoft Word en er weer mee naar bed gaat. Die Google Scholar voor het gemak maar even bij zijn Favorieten heeft gezet, omdat hij het toch iedere dag weer nodig heeft. Die door alle deadlines het bos niet meer zag. Ik heb dat vraagteken zojuist alsnog doorgekrast, en ik denk dat ik nog eens een biertje drink op de feut die ik ooit was. Want ook dat is studeren.

Proost.

– Pieter Winnemuller, vicevoorzitter Studievereniging Flow 2013-2014

26 maart 2013 - Pieter Winnemuller

Niet alles is rozegeur en quinoa

Voor deze column is mij gevraagd om in te gaan op een aantal van mijn grootste ergernissen. Aangezien niemand zit te wachten op een compleet boekwerk, heb ik besloten dit later op de middag te schrijven, om mijn ochtendhumeur te vermijden. Mijn huisgenoten en vrienden weten namelijk dat ik ’s ochtends te vergelijken ben met Geert Wilders op vakantie in Marokko. Daarom zal ik het, à la Jan Mulder, beperken tot de vijf grootste ergernissen in mijn leven op dit moment. We beginnen bij vijf.

5. Beyoncé op de fiets
Af en toe landt er weleens een internationale beroemdheid per ongeluk in Nederland. Vanwege de nucleaire top is dat nu bijvoorbeeld president Obama, die ons met zijn gepimpte Boeing 747s, helikopters en dienstauto’s even herinnert wat ecological footprint ook alweer betekent, maar dat terzijde. Gauw pikt hij wat bezienswaardigheden mee en alles in Nederland is natuurlijk even mooi en fantastisch. Want wij Hollanders houden van complimentjes en dat weten de celebs donders goed. Allemaal houden ze van onze kaas, onze grachten en natuurlijk onze tweewielers (hoe vaak is Beyoncé afgelopen week door jullie Facebook tijdlijn gefietst?). Ze pakken ons in met complimentjes en we vallen er allemaal voor. Terwijl de helft waarschijnlijk denkt dat onze hoofdstad Kopenhagen is. Door naar vier.

4. Er bestaan in de wereld meer kookprogramma’s dan recepten
Zet je tv eens aan op een doordeweekse dag, zo rond 17:00 uur. Op werkelijk iedere zender sloven (amateur)koks zich uit voor gerechten die mijn wildste fantasieën overtreffen. Begrijp me niet verkeerd: ik hou van kookprogramma’s. Maar geglaceerde gamba’s met in stikstof gekookte truffels, geblancheerde courgette en een saus van god-ja-er-stond-inderdaad-nog-iets-op-te-stijven-in-de-koelkast? Nee, dan ga ik toch voor zo’n kant-en-klaar stokbrood met kruidenboter. Ideaal. Nummer drie.

3. Een gebrek aan garderobes bij het uitgaan
Als er één vaardigheid is die voor studenten een tweede natuur wordt, dan is het wel je jas in de gaten houden tijdens het stappen. We hebben ieder onze technieken om onze buitenkledij jatproof te maken. We knopen ze in elkaar, ritsen hem dicht om zo te vergrendelen voor grijpgrage handen, of hangen hem op en brengen de rest van de avond al starend door, hem niet uit het oog verliezend. Ikzelf maak gebruik van mijn inmiddels beruchte smurfblauwe ‘stapjas’. Maar hé, het werkt. Toch pleit ik voor meer veilige kapstokken. Tijd voor nummer twee.

2. Uggs
‘Maar ze zijn zo lekker warm’. Nee, gooi ze alsjeblieft weg. Echt. Gewoon niet meer aandoen.

1. Hip voedsel
Dit is iets waar ik niet meer omheen kan. Een gevecht dat ik langzaam en pijnlijk aan het verliezen ben. Als ik Napoleon zou zijn, is dit mijn Slag bij Waterloo. Dat wij de generatie zijn die zich kenmerkt door sepiafilters en hashtags wist ik al, maar dat er nog zoveel hippe soorten voedsel bestaan kwam zelfs voor mij onverwacht. Langzaam zie ik in ons studentenhuis ingrediënten voorbijkomen als havermout, kokosnootolie en quinoa (-zaden, -meel, voorgekookt of gepoft: noem het en ik heb het gezien). Ik mag zelfs met twijfelachtige trots zeggen dat onze oven ooit het leven heeft gegeven aan een pizza met bloemkoolbodem. Oké, ik geef toe: ongezond kunnen we het niet noemen.

Ik moet nu wel echt stoppen met schrijven, want mijn biologische spinaziesoep met shiitake staat koud te worden. #eathealthy

– Pieter Winnemuller, vicevoorzitter 2013-2014

8 maart 2013 - Wout Spierts

Bestuurscolumn van Wout Spierts

Afgelopen maand werd al snel besloten dat ik de eer zou krijgen om een blog te schrijven over carnaval, als rasechte Limburger. Nu merk ik zelf dat ik steeds meer begin te vervreemden van Limburg en langzaamaan mezelf meer een Brabander begin te voelen. De lange treintochten in het weekend naar het verre zuiden, vanwege werk en voetbal, lijken steeds langer te worden. In tegenstelling tot de meesten ben ik daarom nooit teleurgesteld als het weekend is afgelopen, aangezien ik dan weer terug kan naar mijn vertrouwde stekkie in Tilburg.

Er is echter een tijd in het jaar dat ik me weer op en top Limburgs voel. En je raad het al, dat is uiteraard met carnaval. Dit heeft niet te maken met het niveau van de carnaval in Brabant, ook in Limburg ligt dit namelijk niet erg hoog, maar meer met de verschrikkelijke Limburgs-Duitse carnavalsliederen ten opzichte van de nog verschrikkelijkere “ik wel seks met die kale”-covers. Het resultaat van carnaval is echter dat na een, uiteraard zeer beperkt, aantal biertjes ook ik met muziek loop mee te ‘bléren’ die ik de rest van het jaar liever niet hoor. Maar dat hoort juist bij carnaval. Net zoals Flügel, Schrobbelér en andere drankjes waarvan je de naam niet eens weet.

Vol goede moed besloot ik dan ook om dit jaar een kaartje te kopen voor de befaamde Kuukse Elfkroegentocht, ware het niet dat ik zo nodig met voetbal mijn sleutelbeen op 4 plekken moest breken. Misschien was dit wel een teken dat ik dit jaar alsnog de gehele carnaval in Limburg moet blijven. Waar ik echter ook mag belanden dit jaar, met mijn mitella en paracetamol, een mooie carnaval wordt het zeker. Ook voor jullie. Alaaf!

– Wout Spierts, Penningmeester Studievereniging Flow 2013-2014